Het uiterlijk van de egel
Een gezonde, volgroeide egel weegt tussen de 800 en 1200 gram. De snuit en het hele ondergedeelte (buik, pootjes) zijn bedekt met korte zachte haartjes.
De rug en kop zijn bedekt met minimaal 6000 stekels. Deze vormen meestal genoeg bescherming wanneer er gevaar dreigt. De egel kan zich tot een bal oprollen, waardoor er van kop en poten niets meer te zien is. Een egel heeft zwarte kraaloogjes waarmee hij slecht ziet. Des te beter kan hij ruiken. In gezonde toestand heeft hij een natte neus. Er is geen verschil in het uiterlijk van een mannetje of een vrouwtje.
Hoe leeft een egel?
De egel is wakker in de lente, zomer en herfst. In de herfst slaat hij een vetvoorraad op, waardoor hij tijdens zijn winterslaap kan overleven. Als het kouder wordt en er niet voldoende voedsel meer is, zoekt de egel een beschut plekje voor de winterslaap.
Onder een heg, een houtstapel, compost- of bladerhoop maakt hij een nest van bladeren, takjes en ander materiaal. Wanneer hij genoeg vet heeft (dit is bij jonge egels vaak in december, maar bij oudere egels al eerder) zoekt hij dit nest op. Zijn hartslag daalt, zijn lichaamstemperatuur zakt tot ca. 4 graden. Zodra hij in de lente ontwaakt, begint hij direct veel te eten om zijn geslonken vetvoorraad aan te vullen.
Baby egels
De paartijd van een egel loopt, afhankelijk van het weer, ongeveer van mei tot september. De draagtijd is ongeveer 35 dagen.
De jongen worden blind en doof geboren. Hun witte stekeltjes liggen in de door vocht gezwollen huid. Deze slinkt langzaam, zodat ze al na een dag te zien zijn. Na drie dagen groeien de grijs-bruine jeugdstekels uit.
De jongen blijven vaak bijeen, ook tijdens de winterslaap. Dit vergroot hun overlevingskansen. Bij de leeftijd van 3½ tot 4 weken mogen de kleintjes met moeder mee op voedsel – en verkenningstochten. Na 6 weken moeten ze minimaal 300 gram wegen. Na 6 tot 8 weken worden zij door de moeder verlaten.
Nuttig voor het milieu
Egels zijn nuttige dieren. Ze eten insecten en slakken die voor ons schadelijk zijn. Ook zijn ze grote opruimers van aas, weggegooide etensresten en fruit. Op regenwormen zijn zij dol. Het is in ons eigen belang egels te helpen in hun voortbestaan.